28 maart '24
De eerste keer….
/
Nieuw Leven/
Veterinair@ArndBronkhorst
Het zal voor u als fokker wellicht niet de eerste keer zijn dat er een veulentje geboren wordt, maar menig fokker zal beamen dat dit telkens opnieuw een bijzondere belevenis is. Niet alleen de geboorte op zich, maar ook de daaropvolgende dagen, weken en maanden waarin het veulen nieuwe ervaringen blijft opdoen en alles voor de eerste keer meemaakt. Van de eerste maal zelfstandig drinken bij de merrie, nog onzeker wiebelend op z’n benen, tot het moment dat het tijd is om bij de merrie vandaan gehaald te worden en ‘op eigen benen te leren staan’. In dit artikel worden een paar van deze eerste belevenissen van het veulen beschreven en tips gegeven hoe u uw veulen hierbij een handje kan helpen. ‘De eerste keer….’
…ademhalen
Uw veulen is net geboren. Het ligt achter de merrie in het stro, nog gehuld in het vlies. Dit vlies zal normaal gezien gebroken worden door de merrie of door het veulen zelf, maar indien dit niet het geval is, is het zaak dat er een handje geholpen wordt. Trek het vlies open en maak het hoofd van het pasgeboren veulen vrij en maak vervolgens de neus volledig schoon van slijm en dergelijke, zodat het veulen niet belemmerd wordt bij het zelfstandig ademhalen.
Tip: Indien het veulen een apathische indruk maakt, kan men proberen het veulen te stimuleren door met een hand stro over de ribbenkast te wrijven.
…opstaan
Een gezond veulen zal al vrij snel nadat het ter wereld gekomen is, een poging doen om op te staan. Dit is in de natuur noodzakelijk aangezien paarden vluchtdieren zijn en dus ieder moment met de kudde moeten kunnen wegrennen voor eventuele vijanden. Voor paarden die in gevangenschap gehouden worden is dit uiteraard niet noodzakelijk. Wat wél van belang is, is dat een veulen binnen een paar uur na de geboorte de eerste maal gedronken heeft bij de merrie en om dit te kunnen bewerkstelligen, zal het eerst op moeten staan; dus toch wel handig dat het snel op willen staan instinctief aanwezig is bij het veulen!
Tip: om het veulen aan te sporen op te staan, kunt u met uw hand halverwege de ruggengraat van het veulen een knijpende beweging maken, dit is vergelijkbaar met hoe de merrie met haar mond het veulen stimuleert zich op te richten.
….drinken bij de merrie
De immuniteitsstatus van een pasgeboren veulen is nihil, er worden namelijk voor de geboorte geen afweerstoffen doorgegeven van merrie op veulen via de moederkoek (zoals bij de mens bijvoorbeeld wél het geval is). De eerste afweer wordt door het veulen verkregen door de opname van de biestmelk, ook wel colostrum genaamd. Het is dan ook zaak dat dit zo snel mogelijk na de geboorte gebeurt, aangezien een veulen zonder afweer uiteraard zeer gevoelig is voor infecties. Colostrum onderscheidt zich in samenstelling van de latere merriemelk doordat het een hoger gehalte aan vet, eiwit, vitaminen, mineralen en afweerstoffen bevat teneinde het veulen een optimale levensstart te garanderen. Vaak laat de merrie deze melk al voor de geboorte druppelsgewijs lopen, zichtbaar aan de binnenkant van de achterbenen die ook plakkerig aanvoelen. In de meeste gevallen is dit een teken dat de partus binnen 24 uur zal aanvangen. Indien dit niet het geval is en de merrie constant de melk blijft laten schieten, schuilt het gevaar dat de voor het pasgeboren veulen zo belangrijke biest (gedeeltelijk) verloren gaat! Men doet er in dit geval verstandig aan de merrie te melken en de opgevangen biest in te vriezen, zodat deze later alsnog aan het veulen verstrekt kan worden. Bij twijfel over de kwaliteit van de biest kan deze eventueel vooraf bepaald worden (meten van concentratie aan afweerstoffen in colostrum), om er zeker van te zijn dat het veulen na opname voldoende afweer zal ontwikkelen. Er bestaat ook de mogelijkheid om achteraf bij het veulen de immuniteitsstatus te controleren (meten van concentratie aan afweerstoffen in het bloed), om na te gaan of het veulen daadwerkelijk voldoende antistoffen heeft opgenomen. Is de kwaliteit van de biest onvoldoende of de immuniteitsstatus van het veulen te laag, kan overwogen worden om bijvoorbeeld biest van een andere merrie (extra) te verstrekken.
De antistoffen die de biest bevat, kunnen enkel gedurende de eerste 24 uur na de geboorte door het veulen opgenomen worden (waarbij maximale absorptie tijdens eerste 4 – 8 uur!), hierna zal de opname snel verminderen en nadien nog biest verstrekken is dan ook zinloos. Indien uit een bloedtest (b.v. Snap Foal IgG test) blijkt dat immuniteitsstatus van het veulen na 12 – 18 uur onvoldoende is, kan men deze wel alsnog op pijl brengen door het veulen bloedplasma toe te dienen. Zo’n plasmatransfusie is echter behoorlijk prijzig, dus des te belangrijker erop toe te zien dat het veulen voldoende biest en daarmee dus ook voldoende afweerstoffen binnenkrijgt! Het is trouwens verstandig om de merrie de laatste maand van de dracht al in de stal te zetten waar zij zal afveulenen en met haar pasgeboren veulen zal verblijven. Zo is het lichaam van de merrie in staat antistoffen aan te maken tegen de dáár aanwezige ziektekiemen en zal het veulen eveneens de juiste antistoffen via de biest binnenkrijgen.
Tip: Het kan gebeuren dat de merrie het veulen niet toestaat om te drinken omwille van de hoge spanning op haar uier. Soms volstaat het de merrie vast te houden zodat het veulen kan zuigen. Of eventueel de merrie wat te melken totdat de druk van de uier is.
…. mesten
De eerste mest van het veulen wordt ook wel meconium of darmpek genoemd. Ongeveer 2 uur na de geboorte, (ten laatste na 24 uur!) komt deze eerste mest af. Opname van biest draagt eraan bij dat het veulen de darmpek makkelijker zal kunnen afdrijven; bij onvoldoende biestopname ziet men vaak een veulen dat veelvuldig perst en krampen heeft. In dit geval raadpleegt men best de veearts, deze zal het veulen waarschijnlijk een klysma toedienen en eventueel aanvullend iets tegen de krampen inspuiten. De allereerste mest is donkerbruin tot zwart van kleur, hierna zal de ontlasting naar bruingeel gaan verkleuren en ook zachter van consistentie worden. Na ongeveer 8 uur wordt de eerste urine geproduceerd. Indien een veulen niet lijkt te kunnen plassen dient onmiddellijk contact gezocht te worden met de veearts.
Tip: Een jong veulen ziet men vaak van de mest van de merrie eten; iets wat door menig fokker met een afkeurende blik wordt bezien. Op deze manier zal het veulen echter micro-organismen aanwezig in de darmen van de moeder mee opnemen welke bij een pasgeboren veulen van nature nog niet daar aanwezig zijn, maar wel nodig zijn voor de latere vertering van ruwe celstof (waarvan in hooi bijvoorbeeld een hoog gehalte aanwezig is). Het eten van merriemest kan dus als nuttig gezien worden, het is nodig voor de ontwikkeling van de micro-organismen in de blinde darm van het veulen.
…… vaccineren
De allereerste spuit waar de meeste veulens mee te maken krijgen is de veulenspuit, binnen 24 uur na de geboorte. Meningen over het wel of niet zinvol zijn van deze veulenspuit lopen nogal uiteen. Bij een normale geboorte waarbij het veulen snel na de geboorte drinkt en hierdoor dus biest (met antistoffen!) opneemt, is het toedienen van de veulenspuit eigenlijk overbodig aangezien de biest het veulen meteen van afweer voorziet. Er wordt aangenomen dat deze z.g. maternale immuniteit het veulen tot een leeftijd van 5 maanden beschermt. Eerder enten is dan ook niet zinvol, de enting slaat dan niet goed aan. De eerste ‘echte’ injectie dient dus op een leeftijd van ongeveer 5 maanden gegeven te worden en deze dient 4 tot 6 weken later herhaald te worden. Een derde enting dient nog eens 6 maanden later plaats te vinden (dus ongeveer op een leeftijd van een jaar), hierna is de driedelige basis enting volledig en volstaat een jaarlijkse herhaling.
Let wel: bij het bovenstaande is er vanuit gegaan dat de merrie goed geënt geworden is, enkel dan krijgt het veulen met de biest beschermende antistoffen tegen ziekten binnen. Het is dus van belang te zorgen dat de merrie goed geënt is, want zo ent je het veulen gratis mee! Een goed entschema voor de drachtige merrie is om haar in de laatste 3 maanden voordat het veulen geboren zou moeten worden een laatste keer tegen influenza/tetanus te enten en haar gedurende de dracht tenminste driemaal te enten tegen rhinopneumonie en wel in de 5e, 7e en 9e maand van de drachtigheid. Een vaccinatie tegen rhinopneumonie geeft helaas geen volledige garantie, het verkleint slechts de kans op. Door alle paarden van stal te enten (voor niet drachtige paarden volstaat 2 maal per jaar enten) wordt het risico wel verkleind en verder is het aan te raden om de drachtige merrie zo min mogelijk in contact te laten komen met paarden van buitenaf.
Bij een niet of onvolledig geënte merrie moet men beseffen dat het veulen dus totaal niet beschermd is met alle mogelijke risico’s van dien. Zo’n veulen kan het beste op een leeftijd van 3 maanden voor het eerst gevaccineerd worden, maar in die eerste maanden kan het al flink mis gegaan zijn. En dit kan ook door het toedienen van een veulenspuit echt niet voorkomen worden!
Tip: Een andere zaak die van groot belang is bij het voorkomen van infecties bij het jonge veulen is erop toezien dat de navel zeer goed gedesinfecteerd wordt na afbreken van de navelstreng, zodat hierdoor geen schadelijke bacteriën naar binnen kunnen dringen. Dit ontsmetten doet men met behulp van een jodium -of betadine oplossing. Laat de navelstreng trouwens altijd vanzelf afbreken, doorscheuren of doorknippen wordt afgeraden.
Minder ontwormen, meer mestonderzoek
Voor het pasgeboren veulen is het belangrijk dat de merrie goed ontwormd is tijdens de dracht. Op deze manier worden de wormlarven in de uier van de merrie gedood en kan het veulen niet via de melk worden besmet.
Dat neemt niet weg dat elk veulen in de natuur geconfronteerd wordt met wormen. Gelukkig bouwt het daar een natuurlijk afweersysteem tegen op. Dat belet echter niet dat veulenwormen diarree kunnen veroorzaken. Toch is het niet aangewezen om veulens tijdens de eerste weken te ontwormen. Zolang het veulen een frisse indruk maakt en goed drinkt, hoeft u zich geen zorgen te maken. Is het veulen echter sloom of drinkt het minder bij de merrie, raadpleeg dan toch voor de zekerheid uw dierenarts.
De eerste wormkuur wordt aangeraden na 2 à 3 maanden. Dan bestaat het risico dat spoelwormen een rol spelen. De symptomen zijn een ruwe vacht en dikke buik. Spoelwormbesmetting kan eveneens lijden tot hoesten, neusuitvloeiing en koliek.
Waar er vroeger standaard en veelvuldig werd ontwormd, leren de recente wetenschappelijke inzichten dat je daarmee het risico op resistentie verhoogt bij de wormen. Het advies is dat er eerst gericht mestonderzoek wordt uitgevoerd en de medicatie voor wormbestrijding daaraan wordt aangepast.
….een halster om
Sommige fokkers doen hun veulen meteen de dag na geboorte al voor de eerste maal een halster om, terwijl andere fokkers dit pas een tijdje later doen, sommige zelfs pas op het moment dat het veulen van de merrie wordt afgespeend. Twee extremen, waarbij een middenweg vaak de beste keuze is! Een fokker die als hobby enkele veulentjes per jaar fokt, heeft vaak genoeg tijd om voldoende aandacht aan zijn veulens te besteden, terwijl iemand die het fokken als broodwinning heeft hier vaak niet aan toe komt door de grote aantallen veulens die meestal ook nog niet eens allemaal aan huis gestald staan. Het is zeker aan te raden het veulen reeds in de dagen na de geboorte vertrouwd te maken met menselijk handelen, aangezien dit dan door het veulen als ‘normaal’ wordt beschouwd. Alles waar een veulen in het begin van zijn leven mee in aanraking komt, wordt als het ware ingeprent in het geheugen. Het is daarom ook van belang dat er in deze fase correct en consequent met het veulen omgegaan wordt. Zodra het lieve schattige veulentje 600 kilo weegt is dat kappen met het voorbeen en knabbelen niet zo leuk meer… Kortom: probeer om het veulen op een positieve manier te benaderen, maar maak wel meteen duidelijk wat als ongewenst gedrag wordt gezien! Er dient een balans gevonden te worden tussen handzaam zijn en verwend zijn … Hoe makkelijk een veulen in de omgang is, wordt niet enkel bepaald door de hoeveelheid aandacht die eraan besteed wordt door de eigenaar. Het is ook mede afhankelijk van hoe de merrie zelf met haar veulen omgaat: een veulen van een oudere, rustige merrie zal eerder vertrouwen hebben in de mens dan een veulen van een jonge, schichtige merrie die haar veulen constant bemoedert en op probeert weg te houden van alle ‘nieuwe dingen’.
Wanneer men een veulen aan het halster wil leren lopen moet men bij jonge veulens zeer voorzichtig zijn. De hals van een veulen is nog zeer fragiel, men mag een veulen dan ook nooit zomaar vastbinden, de kans dat deze begint te trekken en zijn nek hierdoor breekt is reëel aanwezig!
Tip: Wil men een veulen stevig vasthouden (b.v. voor een vaccinatie of om een wormkuur toe te dienen) kan men dit het beste doen door het veulen in de z.g. ‘borst-staart houding’ vast te houden. Hierbij neemt men het veulen met één hand bij de staart en de andere arm slaat men om de borst van het veulen heen. Als men zo het veulen tegen de merrie of muur aanhoudt, kan men met relatief weinig risico het veulen tijdelijk immobiliseren.
……op transport
Als een veulen pas geboren is lijkt het moment dat het op transport zal moeten gaan misschien ver weg, maar soms is dit moment al sneller daar dan gedacht. Wil men de merrie bijvoorbeeld al op de veulenhengstigheid opnieuw laten dekken en ze moet hiervoor naar een KI-station gebracht worden, is dit een week na de geboorte al het geval! Een merrie met veulen vervoeren kan per trailer of vrachtwagen. Het belangrijkste is dat merrie en veulen bijeen kunnen staan, dan zullen ze beide het rustigste zijn. Schuif het tussenschot bij een 2-persoons trailer bijvoorbeeld naar één kant en bevestig het daar tijdelijk. Bij een vrachtwagen moet men erop letten dat het veulen niet voorlangs de tussenschotten bij de merrie vandaan kan lopen. Maak er een tijdelijke afscheiding, van bijvoorbeeld een paar pakken zaagsel of bevestig er een houten plank. Bij het laden is het van belang dat het veulen met de merrie meeloopt de trailer/vrachtwagen op, bindt ook nooit de merrie vast voordat het veulen naast haar staat en de stang (of tussenschot bij vrachtwagen) dicht is! Jonge veulens pakt men het best vast en geeft ze een zetje mee de klep op, bij oudere veulens is dit niet meer zo eenvoudig, in dit geval parkeert men trailer/vrachtwagen beter op voorhand zo dat het veulen geen mogelijkheid krijgt erlangs te lopen. Bind het veulen zelf nooit vast, het is veiliger het gewoon los bij de merrie te laten staan. Maak bij een trailer wel altijd de bovenklep (of het zeiltje boven de laadklep) dicht: ook al lijkt het veulen nog maar zo klein, het zal niet de eerste zijn die erin slaagt er overheen te gaan hangen..!
Tip: Let er bij vervoer in een trailer op dat het veulen – wat immers niet vastgebonden staat – het zijdeurtje aan de voorkant niet per ongeluk van binnen open kan maken, dit kan tot levensgevaarlijke situaties leiden! Sluit het af indien dit gaat of bevestig desnoods aan de buitenkant een touw zodat de hendel helemaal gespannen staat en niet omlaag gedrukt kan worden.
…. deelnemen aan een show (bijvoorbeeld het Z-festival!)
Tegenwoordig worden er door de meeste stamboeken veulenkampioenschappen georganiseerd, waar de fokker zijn merrie met veulen voor kan stellen en kan laten beoordelen door een jury. Zo organiseert Zangersheide bijvoorbeeld al sinds 1999 het Z-festival, waar fokkers aan kunnen deelnemen die hun veulen bij Studbook Zangersheide ingeschreven hebben. Besluit u uw veulen deel te laten nemen aan een dergelijk kampioenschap, verdient dit enige voorbereiding, want u wilt uw merrie en veulen natuurlijk zo mooi mogelijk voor de dag laten komen! En dit bereikt men niet alleen door merrie en veulen netjes te toiletteren een dag voor de show. Door ze enkele weken van te voren ’s nachts op te stallen en eventueel wat krachtvoer en vitaminen bij te voeren zal het veulen sneller door zijn ‘veulenharen’ heen komen en op de dag van de show glanzend ten tonele verschijnen. Kijk dat merrie en veulen de benodigde inentingen op tijd gehad hebben; op dergelijke evenementen waar veel paarden bijeen komen ligt de infectiedruk altijd hoog. Laat naast de veearts ook de hoefsmid even langskomen, zodat deze de hoeven van de merrie netjes kan kappen en bespreek met hem of het nodig is het veulen ook een beetje rond te raspen. Doe dit wel ruim een week van te voren en niet de dag voor de show aangezien vele paarden een paar dagen gevoelig lopen nadat de hoefsmid is geweest. Zorg er tenslotte voor dat uw veulen goed handzaam is en netjes naast de merrie mee kan lopen aan een halster, daar zult u veel profijt van hebben! Indien merrie en veulen nog nooit getransporteerd geweest zijn kan het handig zijn dit een paar keer te oefenen, zodat dit op de dag zelf soepel verloopt. U wilt per slot van rekening kunnen genieten van deze bijzondere dag!
Tip: Als u nog nooit eerder deelgenomen heeft aan een veulenkampioenschap is het aan te raden eerst eens een keer te gaan kijken hoe het allemaal in z’n werk gaat op zo’n dag. Waar moet men bijvoorbeeld op letten bij het voorstellen van de merrie en veulen, gelden er speciale kledingvoorschriften voor degene die de merrie voorbrengt en moet deze met de merrie aan de hand kunnen rennen of enkel rondstappen etc. Een goede voorbereiding is het halve werk!
….bij de merrie weg
Hoe leuk het ook uitziet een merrie met veulen in de wei, uiteindelijk zullen ze toch gescheiden moeten worden. De één wil de merrie gaan gebruiken in de sport, de ander wil er een volgend veulentje mee fokken. Ook in de natuur zal de merrie steeds meer afstand van haar veulen gaan nemen en het veulen steeds vaker de toegang tot haar uier weigeren. Zo zal ze als ze opnieuw drachtig is, moeten gaan investeren in de nieuwe vrucht en haar energie niet langer moeten steken in melkgift voor het reeds oudere veulen wat zichzelf ook door de opname van gras kan voorzien. Deze scheiding van merrie en veulen wordt in de volksmond ‘afspenen’ genoemd. Dit afspenen kan geleidelijk gebeuren door de merrie tijdelijk met steeds langere tussenpozen van het veulen te scheiden of abrupt, in één keer. De meningen over wat nu de beste methode is, lopen nogal uiteen. Dit is uiteraard ook sterk afhankelijk van de situatie: zo zal er op grote stoeterijen meestal voor de abrupte methode gekozen worden waarbij de veulens met elkaar een groep zullen gaan vormen. Voor een fokker die maar 1 veulentje heeft is dit echter niet mogelijk en is een geleidelijke afspening waarschijnlijk een betere optie. Hoe dan ook, het betekent altijd een stressvolle gebeurtenis voor het veulen. Deze stress kan men enigszins beperken door er voor te zorgen dat het veulen een kameraadje heeft, waarmee het liefst al van te voren kennis gemaakt is. Een ander veulen van ongeveer dezelfde leeftijd is natuurlijk het meest ideaal, maar indien dit niet mogelijk is is een ander (rustig!) paard of pony een goed alternatief. Het veulen zal zich dan in elk geval niet helemaal alleen voelen. Zet het veulen liefst ver van de merrie vandaan zodat ze elkaar niet kunnen horen hinniken, dat vertraagt het ontwenningsproces alleen maar. Waar goed op gelet moet worden bij het afzonderen van het veulen van de merrie is dat het veulen zich niet kan verwonden als het poogt te ontsnappen. Laat het veulen de eerste paar dagen dan ook op stal, in een wei is de kans groot dat het veulen dwars door de draad zal rennen. Maar ook op stal moet men bedacht zijn op gevaarlijke situaties: zo zijn er genoeg veulens die met een voorbeen door de spijlen van de staldeur zijn beland of die geprobeerd hebben uit een bovenluik te springen met alle gevolgen van dien. Tenslotte dient men te bedenken dat het veulen naast het gezelschap van zijn moeder ook letterlijk haar uier zal gaan missen; eveneens een grote verandering voor het veulen! Om deze verandering wat makkelijker te maken voor het veulen verdient het aanbeveling ervoor te zorgen dat het veulen al gewend is krachtvoer op te nemen en geleerd heeft water te drinken.
Tip: Verander tijdens de speenperiode niet van soort krachtvoer voor het veulen. Als het veulen bijvoorbeeld gewend is om met de merrie ‘merriebrok’ mee te eten, blijf deze brok dan nog even doorvoeren voordat u overschakelt naar speciale veulenbrok. De speenperiode is tenslotte al stressvol genoeg voor het veulen en als u dan ook nog van voer verandert is de kans groot dat het veulen niet zal willen eten, waardoor zijn immuunsysteem extra zwaar op de proef wordt gesteld.